Leesvaardigheid - Summarising
/ Samenvatten

Opdracht

a) Kies op http://www.linguarama.com/ps/reading.htm 3 artikelen uit en maak daarvan een Nederlandse leesvervangende samenvatting en een Engelse themasamenvatting.

Je mag ook via een zoekopdracht binnen Google zoeken naar specifieke onderwerpen. Bijvoorbeeld: education/ marketing/ media/ advertising, etc.
Sportverslagen, roddel en sensatie artikelen zijn niet toegestaan.

b) Voorwerk:

  • Bekijk de kopjes; met wat voor soort teksten hebben we te maken? Wat is het doel? Informeren, overtuigen, uiten van emoties, amuseren?
  • Scan de tekst (zoek naar speciale informatie); noteer relevante keywords en onderstreep de signaalwoorden.
  • Lees de tekst intensief.
  • Maak van de woorden die je niet kent een woordenlijst en zoek de betekenis op.
  • Doe de oefening die erbij zit en check of je de tekst begrijpt.

c) Maak van elke tekst een Nederlandse leesvervangende samenvatting.
d) Maak van elke tekst een Engelse themasamenvatiting.

Soorten samenvattingen:

  • Themasamenvatting: Geeft de inhoud van een tekst in één zin weer. 'The text is about ...'
  • Globale samenvatting: Geeft niet alleen het onderwerp of de mening weer maar ook het belangrijkste feit of argument dat dit onderwerp of deze mening ondersteunt.
  • Leesvervangende samenvatting: Heeft een omvang van ongeveer 20% van de oorspronkelijke tekst.
Wat:                      
- Schrijver, titel, bron
- Aanleiding
- doel
- thema
- alle hoofdzaken
Waar:
Als kop boven de samenvatting
Eerste zin van eerste alinea
Eerste alinea
Eerste               alinea 
Aantal alinea’s m.b.v. signaalwoorden*


Niet verwerken:
inleiding, slot, herhalingen, voorbeelden.

Wel verwerken: trefwoorden per alinea, signaalwoorden m.b.t. belangrijke alinea’s.

Vermijd lange zinnen, vaag taalgebruik, bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen, veelvuldig gebruik van hulpwerkwoorden en de lijdende vorm (hulpwerkwoord 'worden' of  'zijn' en een voltooid deelwoord.)

*Signaalwoorden:

As, because, since (reden)

Consequently, therefore, so (resultaat)

Although, but, however, nevertheless, still, yet (tegenstelling)

Also, besides, furthermore, in addition. moreover (toevoegen)

E.g., for example, for instance (voorbeeld)

If, provided, providing, unless (voorwaarde)