Test your grammar 4 (mixed past and present)
Vul de juiste werkwoordsvorm in - klik 'check' - klik vervolgens op 'okay' en ga verder met de volgende vraag.
Sla oefening op als tekstbestand (*.txt)
ik kies
hij laat
zij betaalt
hij zegt
ik bestelde
wij kozen
ik ging
wij waren
jij bent
hij stond
zij staat
wij stuurden
wij zeiden
hij verloor
hij bedoelt
hij denkt
wij dachten
ik gaf
ik hoorde
hij droeg (van kleding)
zij draagt (van kleding)
wij begonnen
hij verkoopt
zij leest
ze las
ik ontmoet
zij heeft
ze kwamen
ik bracht
wij kochten